In de afgelopen vijfentwintig jaar heb ik twee keer een week vakantie opgenomen voor iets anders dan vliegen. Een keer om een voormalig vliegmaatje in Nieuw Zeeland op te zoeken en met hem te gaan surfen, en een keer omdat Lon zijn vijftigste verjaardag in Californië vierde. Maar verder kan ik me geen uitstapje herinneren zonder m’n vleugel en m’n harnas en de bereidheid om duizenden kilometers rond te rijden op zoek naar een geschikte startplaats. Vijfentwintig jaar is de helft van mijn hele leven. eigenlijk m’n volledige volwassen leven. Ik kan me nog steeds niet voorstellen dat mijn leven anders kan zijn, ik kan het me niet voorstellen en ik wil het niet. Dus ik verzet me nog steeds tegen het verraderlijke lijf en ik verwacht nog steeds dat ik van dit absurde proces van ouder worden zal herstellen, zoals ik altijd van iedere kwaal en blessure hersteld ben.
Toch begin ik gelukkig steeds beter te accepteren dat ik
nooit meer hetzelfde zal worden als ik altijd was. Fit en sterk en altijd
startklaar. Vandaag is het me goed gelukt om nauwelijks te treuren omdat ik de
berg niet af kon, terwijl ongeveer de helft van de deelnemers een leuk vluchtje
maakten toen de dag gecancelled werd vanwege dreigende regenwolken. Ik had
sowieso m’n vleugel niet meegenomen omdat ik nauwelijks begreep wat het
programma zou zijn – ik ben de enige in de staf die geen Italiaans verstaat. We
bleken om kwart voor acht naar Meduno te rijden (een rit van twee uur) en
onderweg werd ik kotsmisselijk van de esigaret van een medevrijwilliger, en
misschien ook wel van het slaapgebrek en de verdacht gistende smoothy in mijn
niet-meer-zo-koelbox. Eénmaal boven kon ik weinig doen en uiteindelijk reed ik
met de Franse teamdokter terug. Tot nu toe levert de WK me wel precies wat ik
er van verwachtte: geen vliegen, vroeg opstaan, laat eten, en heel veel
gezelligheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten