16 oktober 2017

Zomerse herfst



met Dirk
Met een mooie weersvoorspelling en een alsmaar beter functionerende schouder toog ik met Ruud zaterdag naar Maillen. Ruud heeft geen rijbewijs dus dat hij meeging was puur voor de gezelligheid. En als hij er toch is helpt ie ook een handje met tillen en sjouwen en dat betekent dan weer dat ik m'n schouder de volgende dag ook nog kan gebruiken. Op zaterdag maakte ik bij een lichte crosswind twee startjes die allebei niks opleverden kwa termiek en waarvan de landingen ook niet om over naar huis te schrijven waren. 's Avonds probeerden Tom en Pavel mij er van te doordringen dat ik beter zou moeten landen, wat wel goed bedoeld was maar toch heel erg vervelend omdat ik er misschien wel veel te veel van doordrongen ben dat m'n landingen niet ok zijn. Zo doordrongen dat ik er lange tijd dag en nacht mee bezig was en dat hielp bepaald niet om beter te leren landen of meer zelfvertrouwen te krijgen. Dat niet en ook de vele ongelukken, elke keer als ik maanden of jaren gewerkt had aan verbetering. Met uitstekende coaches en eenvoudige toestellen. Ik weet dat het iets in mijn hoofd is maar ik weet niet wat en ik weet al helemaal niet hoe ik er overheen kan komen. Ik weet alleen dat voortdurend bevestigen dat ik slecht land, niet helpt, dat ik alsmaar banger word na iedere pijnlijke blessure en dat ik op dit moment een redelijke balans heb tussen mijn vliegverlangens en m'n grenzen – ik vlieg een intermediate en ik land op makkelijke terreinen, dan maar geen fantastische overlands of hoge wedstrijdscores.
's Avonds lokte Tom ons mee naar een kroeg in Profondeville. Er was een live bandje dat leuk hits coverde maar de soundinstallatie vervormde hun geluid af en toe tot lelijke herrie. Er waren vrolijke mensen van alle leeftijden, muurbloempjes en dansende dames met schoudertasjes, dronken kerels met tattoos en een eenzame allochtoon die dan maar buiten ging zitten roken. Er was heel erg veel bier en we dansten op een paar vierkante centimeter tot een uur of twee na mijn bedtijd. Eénmaal terug bij het vliegveldje moest ik m'n tentje flink verslepen om me niet uit m'n slaap te laten houden door gesnurk, knappend metaal van de hangaars en tikkende druppels. Wel keigezellig en toen ik om een uur of zeven voor de zoveelste keer moest plassen was het het mooiste moment van de dag – de zon begon net op te komen, een nevel hing over de startbaan, een paar vogeltjes werden net wakker.
In de ochtend wandelden we rond het prachtige 16e eeuwse kasteel van Courrière. Ruud heeft net een opleiding historische bouwkunde afgerond dus hij kon me op talloze details wijzen zodat we er een heel verhaal bij maakten. Zo ben je zomaar twee of drie uur met één gebouw bezig en dan ben je nog niet eens binnen geweest. Terug naar het veld waren de tenten bijna droog dus kon ik alles inpakken om naar Sept Meuses te rijden. Het was er net niet al te druk met parapents, al waren er nog iets teveel die totaal niet opletten en erg ongeorganiseerd met wijde bochten de termiek pakten dus ik bleef veilig vóór de helling krabbelen en wat eenvoudige slagen op en neer maken tot ik er na een half uurtje een beetje uit begon te zakken. Ik had niet heel veel zin om hard te werken of om me in de spannende mêlee van pents te wagen, dus ik boog af naar het landingsterrein voor de beste landing van het wiekend.
Ik kon meteen met iemand mee naar boven om m'n auto te halen, iemand anders hielp m'n vleugel over het hek te tillen (ze hebben daar geniale steuntjes gemaakt zodat je je vleugel als het ware op het hek kan leggen. Daardoor is het ook op je eentje nog wel te doen). Tegen de tijd dat Ruud zich weer meldde na zijn fietstocht door Dinant, was alles op- en ingeladen en konden we de file in duiken. Doodmoe en helemaal voldaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten