14 december 2012

Hulp van alle kanten




Een supergave dag, kon de grijns niet van m’n smoel krijgen,  niet vanwege het vliegen want dat viel weer tegen maar vanwege de vriendelijkheid van mensen. Ik bouwde op de weststart op terwijl drie beginnende parapenters om beurten naar beneden vlogen en elkaar ophaalden. Het is een four wheel track als je snel op en neer wil, dus ik ging ervan uit dat ik één kans had, en als ik uitzakte moest ik naar boven lopen/liften, hopen dat er nog iemand uitgezakt zou zijn, want het is de achterkant van de berg dus veel verkeer is er niet.
Aan één van de parapenters had ik gevraagd me te helpen bij het starten. Net toen ik inhaakte kwam er een verse groep naar boven, en daar zat een Duitse Australiër bij die iedereen een handje kwam geven en die bijna hijgend achter me aan holde om me ook te helpen. Hij was immers ook hangglider zei ie. Bloedirritant, hij ging me vanalles uitleggen waar ik niet om gevraagd had, kwam de hele tijd voor m’n neus staan ik denk omdat hij zich dat nog herinnerde uit z’n zeilvliegtijd, en op het moment dat ik wilde gaan starten begon ie iets tegen me te zeggen. Ik hoor weinig meer als ik m’n vizier dicht heb, dus ik moest de vleugel neerzetten om te vragen wat er aan de hand was. Niks, puur belangrijkdoenerij. Maar die Tom was juist wel perfect, gewoon rustig aanwezig om m’n vleugel te grijpen als het nodig zou zijn.
Ik zakte uit,niet op het steil aflopende parapenteveld maar een weiland flink verderop, dus een snelle lift kon ik wel vergeten. Bovendien moest ik nog inpakken en ondertussen zag ik geen schermen meer omlaag komen. Net toen ik dwars door de weilanden een weg bereikt had belde Paul, een andere parapenter uit dat beginnersgroepje, dat ie me met mijn auto kwam ophalen. Super! Dat betekende dat ik nog een start kon maken, want het was pas één uur.
Boven aangekomen begon de auto heel hard tegen me te sissen: radiatorvat gebarsten. Paul legde uit dat ik er met voldoende water bijvullen in ieder geval wel mee naar beneden zou komen. Net op dat moment arriveerde een aftandse pickup truck met een hangglider erop, een zwaar getatoeëerde Anthony de bushman en een crockadile dundee-achtige Richard Ryce stapten uit. Ze ontfermden zich over mij en beloofden me na het vliegen terug naar m’n auto te brengen. Ik was al half opgebouwd toen de wind 180 graden draaide en we met z’n allen weer in moesten pakken om naar de ooststart te verhuizen (de beruchte Borah shuffle). Rich droeg m’n vleugel, Anthony programmeerde m’n radio, enfin ik werd behandeld als een prinses. Hij noemde me verdorie ‘miss’ maar dat heb ik ‘m al betaald gezet. Het is een lokale jongen die 23 jaar geleden van MtBorah vloog, en voor wie hanggliding een manier van leven is en niet een commerciëel bedrijf of een competitieve sport. Toen Godfrey de grond kocht en startgeld ging heffen, weigerde Rich te betalen en werd hij van de stek verbannen. Hij zou Godfrey het liefst in elkaar timmeren maar hij is inmiddels pappie dus iets bedaagder. Ik vind ‘m heel erg leuk en dat zal me nog opbreken want de verhoudingen zijn bijzonder vijandig.
Richard zakte uit maar ik kon eindelijk een beetje boven blijven. Ik draaide precies boven de plek waar Rich en Anthony zaten te roken, dat moeten krachtige peuken geweest zijn. Ik had al gemeld dat ik zo mogelijk bij Godfrey zou landen, omdat dat nou eenmaal veiliger is dan ergens tussen de bomen op een helling begroeid met lang gras en distels. Terwijl ik inpakte, zo ver mogelijk weg van Godfreys huis, haalden de mannen m’n auto op zodat ik in één beweging door m’n tassen dichtritste en de vleugel op het dak kon leggen. Perfect.
Met z’n drieën in de kroeg behandelden we het dorpsleven en de Oostenrijkse neiging om overal briefjes op te hangen met wat je wel mag en niet mag en moet en welke kant je op moet en wat acceptabel gedrag is… rond Godfreys huis (zijn ouders zijn Oostenrijkers) stikt het van de aanwijzingen, zoveel dat ik alles negeerde en dus meteen met Godfrey in aanvaring kwam (auto op de verkeerde plek geparkeerd, foute paadje naar de voordeur genomen, niet lang genoeg gewacht na het bellen…dat herken ik wel van Oostenrijkse campings.
Terug op de camping kon ik een cabin regelen voor Claudia, Pedro, Primoz en Tullio die nu net aankomen. Morgen vroeg op om autoreparatiespul te kopen, trouwens ik word hoe dan ook om vijf uur wakker van de ongelooflijke oorverdovende pokkeherrie die de cockies eksters en gala’s maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten