24 juli 2018

Inpakdag

Ik had me al over de teleurstelling heengezet. In november kreeg ik weer hoop dat ik terug serieus zou kunnen vliegen en ik schreef me in (en betaalde) voor drie wedstrijden deze zomer. Met de opvlammende schouderpijn werd die hoop voorgoed de bodem ingeslagen. Dan maar een tandje terugschakelen. Ik meldde me bij Suan als starthulp en nam me voor om elke ochtend op te bouwen en elke namiddag een klein vluchtje te proberen. Waarschijnlijk ben ik straks enorm overbodig want Jamie komt ook en Trudy kan het best zonder ons af, maar het is sowieso leuk om erbij te zijn.
Tot ik vorige week pijn aan m’n scheen kreeg. Gestoten, dacht ik. Maar er was geen blauwe plek of schram te zien en de pijn werd zo erg dat ik er niet van kon slapen. Het blijkt shin splint te zijn, ontsteking van het botvlies, en de pijn is regelmatig zo hevig dat ik zonder krukken geen meter vooruit kom. De hele dag op een berg staan zit er niet in. Sterker nog, ik weet niet eens of het me zal lukken de auto in te pakken!
Komt nog bij dat het weer in Nederland fantastisch is, zeker voor een gehandicapte die alleen maar in de tuin kan liggen lezen, terwijl de vooruitzichten voor de Alpen niet overhouden. Het zou ook wel verstandig zijn om thuis te blijven en de boel te beschermen tegen verdroging, brand, overstroming en ondertussen rustig door te werken. Er is helemaal niks rationeels aan om als een dolle naar Italie te rijden en dan strompelend niks te kunnen doen. Maar ja, ik ben verslaafd. Verslaafd aan de kleine kans op een vlucht, verslaafd aan vriendjes die ik maar één week elke paar jaar kan zien en dan nog niet zie omdat iedereen het veel te druk heeft met de wedstrijd, verslaafd aan de blije sfeer van een categorie 2-wedstrijd. En: ik geef nóóit op. Ook niet als ik weet dat het eigenlijk beter zou zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten