31 december 2015

Oudjaar






Deze laatste dag van een moeizaam jaar was helemaal verrukkellijk, wat een goeie afsluiting. Het was een schitterende rit van Richard en Lorraine naar Ian in Gulgong. Ian en de honden waren dolblij om me te zien en ik ben al jaren smoorverliefd op Tyson, de bastaard van zestien jaar die nu net zo mank is als z’n baasje omdat Ian perongeluk over z’n poot is gereden. Ian liet me al z’n nieuwe projecten zien, helemaal geweldig. Hij bouwt een vakantiehuis van 35 m2 dat compleet rond kan draaien, hij heeft automatische koelsystemen aangelegd met buizen die door de grond lopen en via een gloeiend heet dak koude lucht door het huis trekken, de randen van het vliegveld zijn nu nog mooier met struiken en bomen en open stukken voor de kangoeroes en een paar extra vennetjes. Hij is altijd aan het ontwerpen, uitvinden en knutselen, superslim en handig. Net als Richard een echte bushman, maar van het nette soort met een schoon huis en een slim doordachte tuin. Er zijn permanent een paar logeerkamers klaar voor bezoek, dus ik had een heerlijke nacht en vanmorgen crossten we nog een beetje over het terrein rond (Ian heeft twee verlamde voeten dus hij doet alles per quad), geitten nog wat met het bezoek dat langs kwam en om tien uur reed ik rustig aan naar Forbes. Opnieuw een mooie tocht, de weg van Wellington naar Parkes rook heerlijk naar eucalyptus en toen ik in Yeoval stopte rende er meteen een meneer op me af om te vragen of ik misschien hulp nodig had.
Bij aankomst op Bills paddock hopte ik als een hevig opgewonden kleuter rond om iedereen te begroeten en een paar nieuwe namen te leren. Na alle knuffels eerst m’n tent opzetten bij de aeroclub, daarna opbouwen en om half vier hing ik achter Blano die me afzette in een fantastische heerlijke vette bel. Ik kwam niet heel erg efficiënt omhoog dus het kostte twintig minuten voor ik op 2800 meter zat. Ik dobberde een beetje langs de weg richting Bogan, en daarna een beetje terug richting Forbes, en na een uurtje wilde ik graag landen omdat m’n arm pijn deed maar het lukte niet om naar beneden te komen. Ik was drie kwartier bezig om sink te vinden en sloot af met een mooie landing. De vleugel lijkt in orde en Gerolf zal er morgen nog een blik op werpen, dus ik ga het nieuwe jaar blij in. Als ik tenminste niet aangehouden word vanavond.

29 december 2015

Straight hair and curly teeth


Joe-Henry





Ik kan me bijna niet losrukken, zeker vanochtend niet. De haan is opgehouden met kraaien en de zon komt oranje op, het waait niet zo hard en het is niet zo koud. Ik heb de honden losgelaten en die gallopperen nu als een stelletje wilden rond, voor zover ze niet bovenop Richards motorharnas in de auto liggen. De koeien loeien, de groen-geel-rood-blauwe vogels kwetteren en de eksters klokken, en om de paar minuten lachen de kukaboora’s. Het is misschien vies en primitief, ik kan niet veel beters bedenken. De kinderen zijn heerlijk, ook al luisteren ze totaal niet en zitten ze tot tien uur ’s avonds voor de tv. Ze zijn vrolijk en beweeglijk en komen om de haverklap om aandacht of een knuffel vragen. Lorraine is aardig en hoewel ze enorm gereserveerd is stelt ze een praatje wel op prijs. En ik ben dol op Richard, ondanks z’n ruwe bolster. Er komt racistische en homofobe klets uit, hij vindt niks grappiger dan vechten in de pub of iemand een dreun verkopen, hij lacht om de onzin die wetenschappers uitkramen want hij weet het beter, hij begint rond lunchtijd aan het bier en blowt de hele dag (tenzij we vliegen) en hij beschouwt de politie, intellectuelen, hippies, stadsmensen, ambtenaren, kantoorvolk, buitenlanders en parapenters als z’n natuurlijke vijanden. En toch maakt het me allemaal niks uit zolang ik maar niet hoef te lachen om de foute grappen. Op een dieper niveau delen we wel degelijk dezelfde waarden. Als ik zeg dat ik feminist ben bekent hij zichzelf net zo makkelijk ook als feminist, en of ik maar wil helpen Andrea een beetje feministisch op te voeden. Hij is altijd bereid om serieus over een ander perspectief te denken, om te luisteren naar mijn opvattingen en argumenten, omdat hij weet dat ik naar hem luister en wil begrijpen hoe hij bij z’n ideeën komt. We delen onze passie voor vliegen. Hij is ontzettend vindingrijk, zal nooit zeuren, werkt zich een slag in de rondte en neemt genoeg vrijheid om leuke dingen te doen, hij is ontzettend hartelijk, gastvrij en behulpzaam. Hij houdt van z’n gezin en z’n dieren en erkent dat parapenters eigenlijk best ok kunnen zijn.
Nadat we zijn gegarandeerd goeie Litesport en de mijne naast elkaar hadden gelegd durfde ik er gisteren alsnog mee te vliegen. Op de berg kwamen we Robert Fox tegen, een enorm aardige softwarespecialist die mij nog van Corryong kende. We startten alledrie direct na elkaar. Ik bleef lang op starthoogte prutten, Robert leek hoogte te pakken met z’n T2C en Richard zakte vrijwel meteen uit. M’n vleugel was misschien in orde maar de lucht was waardeloos en m’n rotte schouder zorgde er voor dat ik niet zo gecontroleerd vloog als ik zou willen. Na een kwartiertje was het ook voor mij over en een paar minuten later stond ook Robert aan de grond. Matt reed een paar keer op en neer om alle auto’s beneden te krijgen en de rest van de middag zaten we in de pub. Robert en Richard waren helemaal blij dat ze elkaar gevonden hebben, ze vliegen allebei een motorharnas en willen graag samen vliegen. De eerste afspraak is al gemaakt.
Daarna naar Anthony, nog altijd even ruig en vriendelijk. We dronken teveel en kwamen te laat thuis, maar ik wilde alles zo lang mogelijk rekken

28 december 2015

Fuckfuckerdefuck



Vandaag was één van de allermooiste vliegdagen ever. Postfrontaal na een verschrikkelijk koude nacht, schitterende cumultjes en een hete zon. Mount Borah bijna helemaal voor ons omdat er nog maar weinig parapenters op vakantie zijn. De radio’s werkten, Matt begreep wat de bedoeling was en er stond een zuidenwind zodat Richard en ik een goeie kans hadden om naar huis te vliegen, dertig kilometer noord van Mt Borah met enorme grassige landingsmogelijkheden de hele route. Ik wilde verschrikkelijk graag de beplakte Litesport vliegen zodat ik er weer vertrouwen in zou hebben en diep in m’n hart wist ik wel dat het goed zou zitten. Met Conrad de buizen gecheckt, met Alby de gaten beplakt, ik wist dat het goed zat en hoefde alleen nog maar een fijn vluchtje te maken om het achter me te laten. Maar nee, bij het opbouwen kreeg ik twijfels over de manier waarop we het doek aan de tips hadden bevestigd. En opnieuw. En opnieuw. Richard en Matt moesten een keer of vier opdraven om dat anders te doen, en weer terug, en toch maar weer anders omdat ik twijfels had of dat de goeie manier was. Toen kreeg ik het voor elkaar om de rechtertipstick achter de hendel te laten schieten, en dat kostte een hoop gesteun en gekreun om te voorkomen dat de naad uit zou scheuren. En toen ik eindelijk klaar was en m’n preflightcheck liep, zag ik dat de tips niet symmetrisch zijn. Het scheelt misschien één, anderhalve centimeter, maar ik kan me niet meer herinneren of het zo was voordat de vleugel van de auto viel of niet. Als het door het ongeluk komt, betekent het dat ofwel een leading edge is gedraaid of de neusplaat is gedeukt. Maar mogelijk is de assymmetrie niks bijzonders, zou Jonny of Gerolf me bezweren dat het perfect is. Lastig lastig maar ik durfde het niet aan, en ik had de Sonic thuis gelaten. Dus terwijl de parapenters naar de maan piepten – je hoorde de vario’s – en de windsok nog beter op de goeie start draaide, en Matt niks liever wilde dan ons zien starten en daarna gaan rijden, besloot ik geen risico te nemen en in te pakken. Richard was solidair en pakte z’n Sting in, en we gebruikten de rest van het daglicht om zijn nieuwe Litesport 4 op te bouwen, te controleren en weer in te pakken. Fijn om iets terug te kunnen doen, fijn om eens een keer degene te zijn die de uitleg geeft in plaats van hulp vraagt, fijn om te zien dat hij zo’n goeie deal heeft en dat hij eindelijk eens iets fatsoenlijks heeft om te vliegen. Maar ik heb veel zin om een potje te grienen in een mix van zelfmedelijden, zelfhaat en had-ik-maar.