Het verkeer hier blijft een bron van verontwaardigde
verbijstering. Niet omdat je voor elke scheet een waanzinnige boete krijgt en
de politie er alles aan doet om je te grazen te nemen, of vanwege het links
rijden. Maar de echte bizarre dingen. In de stad waar je 60 of 70 rijdt en dat
er dan pardoes een paar auto’s op de linkerbaan geparkeerd staan. Sowieso malen
Ozzies er niet om om zonder enige waarschuwing een rijbaan af te sluiten,
links, rechts, snelweg of straat het kan allemaal geinig worden afgesloten
zodat je vol in de remmen moet en iedereen probeert om de laatste anderhalve
meter te gebruiken om te ritsen.
Left lane ends is een klassieker, ik ben er inmiddels op
bedacht en blijf zoveel mogelijk rechts hangen. Wat niet mag volgens de vele
borden met lappen tekst die je geacht wordt in een oogopslag begrijpend te
lezen. No queing at intersections. High fines and demerit points apply. Turn
left at any time with care.
M’n auto is alweer te groot om netjes voorrang te kunnen
geven. Ik moet half de weg op rijden om naar voren buigend te kunnen zien of er
iemand aan komt. Hoog en breed ook, en dan maar heel precies inparkeren in de
enorme shopping centre parkeergarages, met een paar vleugels op het dak zodat
ik nog net onder de buizen door kan.
Verplicht in een hoek van 45⁰ te parkeren of perse met de
neus naar de stoep of juist andersom. Fines apply.
Geschilderde fietsen op het wegdek waardoor ik denk dat ik
over een fietspad rij, maar ze kennen hier helemaal geen fietspaden of
tenminste geen veilige. Het lijkt er eerder op dat ze fietsers als een soort
schietschijf dwars voor de auto’s manoevreren, en vrijwel alle automobilisten
zijn fanatieke fietshaters die expres naar links sturen om zulke
nonconformisten flink schrik aan te jagen. Fietsers op de vluchtstrook van de
snelweg (de enige mogelijkheid) moeten her en der exits oversteken en maar zien
hoe ze het overleven. Fietsers op de stoep omdat ze hun leven op de weg niet
zeker zijn, fietsers die tegen het verkeer in rijden omdat ze in het lichaam
van een voetganger zijn geboren, fietsers die juist middenop de weg rijden en
waarschijnlijk vroemvroem zeggen om een motor na te doen.
Linksafslaand verkeer begint maar vast te rijden als je met
80 of 110 aan komt rijden, invoegstroken doen ze niet aan je kart gewoon
gezellig over diezelfde vluchtstrook waar dus mogelijk een fietser met een
lullig helmpje probeert z’n bestemming zonder ongelukken te bereiken. Altijd
griezelig: de kans dat tijdens de schemering een kangoeroe door je voorruit
knalt.
Het onnavolgbare tolsysteem, onmogelijk om te betalen maar
er staan wel dreigende borden die oproepen om te bellen (de boetes voor rijdend
bellen zijn natuurlijk gigantisch). Nou ja de rekening zal wel naar Selmsey
gaan... Ook ingewikkeld: de 40-km-zones rond scholen en sportvelden, met een
lang verhaal over welke uren dat geldt. Doet denken aan onze onderbordjes op de
Nederlandse snelwegen die ik ook nog steeds niet heb kunnen ontcijferen
(betekent 6 – 19 nou dat je 130 mag overdag of juist ’s nachts?).
Maar afijn, het is hier toch niet slecht. Met m’n automaat,
de airco aan en een geupdate tomtom, een superdegelijk neusrek en genoeg ruimte
om al m’n zooi in de koffer te stouwen kom ik overal en kan er niks stuk. Er
zijn zo weinig wegen dat je nauwelijks fout kan rijden. Erg fijn is het gebruik
om op richtingborden de straatnaam aan te geven van de zijstraat waar je
eventueel in wil slaan. Fuel offers op iedere supermarktbon. Het feit dat minstens
de helft van de Aussies met een roofrack rijdt zodat ze je altijd met vleugel
en al een lift kunnen geven. Het rustige verkeer – als je geen fietser bent is
iedereen hoffelijk. Stoplichten aan de overkant zodat je ze goed kan zien
vanuit je pooierauto (suv-achtigen zijn hier normaal). In ieder dorp een
openbare wc met pleepapier en min of meer schone bril, en picknicktafels met
schaduw.
Geniet van je fijne tijd in Australië!
BeantwoordenVerwijderen