Joe-Henry |
Ik kan me bijna niet losrukken, zeker vanochtend niet. De
haan is opgehouden met kraaien en de zon komt oranje op, het waait niet zo hard
en het is niet zo koud. Ik heb de honden losgelaten en die gallopperen nu als
een stelletje wilden rond, voor zover ze niet bovenop Richards motorharnas in
de auto liggen. De koeien loeien, de groen-geel-rood-blauwe vogels kwetteren en
de eksters klokken, en om de paar minuten lachen de kukaboora’s. Het is
misschien vies en primitief, ik kan niet veel beters bedenken. De kinderen zijn
heerlijk, ook al luisteren ze totaal niet en zitten ze tot tien uur ’s avonds voor
de tv. Ze zijn vrolijk en beweeglijk en komen om de haverklap om aandacht of
een knuffel vragen. Lorraine is aardig en hoewel ze enorm gereserveerd is stelt
ze een praatje wel op prijs. En ik ben dol op Richard, ondanks z’n ruwe bolster.
Er komt racistische en homofobe klets uit, hij vindt niks grappiger dan vechten
in de pub of iemand een dreun verkopen, hij lacht om de onzin die
wetenschappers uitkramen want hij weet het beter, hij begint rond lunchtijd aan
het bier en blowt de hele dag (tenzij we vliegen) en hij beschouwt de politie,
intellectuelen, hippies, stadsmensen, ambtenaren, kantoorvolk, buitenlanders en
parapenters als z’n natuurlijke vijanden. En toch maakt het me allemaal niks
uit zolang ik maar niet hoef te lachen om de foute grappen. Op een dieper
niveau delen we wel degelijk dezelfde waarden. Als ik zeg dat ik feminist ben
bekent hij zichzelf net zo makkelijk ook als feminist, en of ik maar wil helpen
Andrea een beetje feministisch op te voeden. Hij is altijd bereid om serieus
over een ander perspectief te denken, om te luisteren naar mijn opvattingen en
argumenten, omdat hij weet dat ik naar hem luister en wil begrijpen hoe hij bij
z’n ideeën komt. We delen onze passie voor vliegen. Hij is ontzettend
vindingrijk, zal nooit zeuren, werkt zich een slag in de rondte en neemt genoeg
vrijheid om leuke dingen te doen, hij is ontzettend hartelijk, gastvrij en
behulpzaam. Hij houdt van z’n gezin en z’n dieren en erkent dat parapenters
eigenlijk best ok kunnen zijn.
Nadat we zijn gegarandeerd goeie Litesport en de mijne naast
elkaar hadden gelegd durfde ik er gisteren alsnog mee te vliegen. Op de berg
kwamen we Robert Fox tegen, een enorm aardige softwarespecialist die mij nog
van Corryong kende. We startten alledrie direct na elkaar. Ik bleef lang op
starthoogte prutten, Robert leek hoogte te pakken met z’n T2C en Richard zakte
vrijwel meteen uit. M’n vleugel was misschien in orde maar de lucht was
waardeloos en m’n rotte schouder zorgde er voor dat ik niet zo gecontroleerd
vloog als ik zou willen. Na een kwartiertje was het ook voor mij over en een
paar minuten later stond ook Robert aan de grond. Matt reed een paar keer op en
neer om alle auto’s beneden te krijgen en de rest van de middag zaten we in de
pub. Robert en Richard waren helemaal blij dat ze elkaar gevonden hebben, ze
vliegen allebei een motorharnas en willen graag samen vliegen. De eerste
afspraak is al gemaakt.
Daarna naar Anthony, nog altijd even ruig en vriendelijk. We
dronken teveel en kwamen te laat thuis, maar ik wilde alles zo lang mogelijk
rekken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten