Als je vanaf de rotonde bij het vliegveld richting Veynes rijdt rij je recht op de Pic de Bure af, naar z’n fraaiste kant. Elke keer raak ik een beetje in vervoering. Maar ja je moet ook nog op de weg letten natuurlijk. Vandaag was dat wel het hoogtepunt van de dag, want verder stelde het niet veel voor. Met Sofia, de nieuwe navettechauffeur uit Belgie, Jacko en Steph naar boven waar de eerste dusties al sisten terwijl we nog twijfelden over opbouwen of niet. Er startten wat parapents, met passagiers en dan dicht tegen de zuidhelling schrapen terwijl er boven toch echt een noord-westwind stond. Ik was half opgebouwd en pakte weer in, tegelijk pakte Stella haar vleugel uit. Je weet niet waar je goed aan doet maar toen ik Steph hielp om te starten werd duidelijk dat er eigenlijk geen enkel veilig moment was. Als de windzak beneden goed stond, was het boven noord, oost of west maar nooit zuid. Na een flinke dusty waarbij we met z’n drieen Stella’s vleugel nauwelijks konden houden pakten we allemaal weer in. Kletsen op het terras, zwemmen, lezen en dommelen in m’n hangmat waren het logische gevolg.
Terwijl ik bij Rene en z’n vrouw teveel biertjes drink, met m’n natte handdoek om me heen geslagen omdat het 40,5 graden was vanmiddag, vliegen er blusvliegtuigen tussen Orpierres en Lac de Serre Poncon. Er is hier zelden echt serieuze brand en we hopen allemaal dat de Chabre nog eens mooi schoon fikt, maar nu is het toch mis. M’n gastheer vindt het allemaal onzin en ik heb geen zin in discussie dus ik ga naar beneden om m’n prakkie op te warmen. Ik krijg een zak lavendel mee voor in de auto. Als er nou iets is wat tot het ultieme geluk kan leiden is het wel de geur van lavendel, of eucalyptus, in een auto volgeladen met vliegspullen en een omgeving van de mooiste bergen ter wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten