16 augustus 2023

Chabre



Alleen maar toffe mensen. Guillaume kwam speciaal om even hallo te zeggen. RenĂ© en Laurent boden aan om een kleine rigid te vliegen, maar dat werd dus een tandem en daarmee lukte het niet om aansluiting te vinden. Terwijl alle anderen wel naar boven krabbelden zakten wij snel uit zodat ik geen moment gelegenheid had om even te sturen. Dat vond ik niet eens heel erg want het was weer harstikke leerzaam om met een keigoeie piloot mee te vliegen en een perfecte landing te maken. Ook duidelijk minder fysiek dan tandemvliegen met een delta. We zaten al vroeg in het restaurantje en omdat niemand plek voor me had de komende dagen besloot ik om dan maar meteen te verkassen. Mijn plan was om na het inpakken nog een rondje te zwemmen, een drankje in La Batie te doen en dan m’n kleine tentje in Laragne op te zetten. Voor het zwemmen werd het echter te laat en eenmaal onder de boom met de Zwitsers bedacht ik dat ik net zo goed hier kon slapen en dan morgenvroeg naar Laragne voor de navette van half tien. Net op dat moment bood Laurent aan dat ik in het huis mag blijven tot ik naar Spanje vertrek. Waanzinnig genereus en heerlijk.

Vanmorgen vroeg maakt ik kennis met de nieuwe navetterijdster, Sofia uit Belgie. Leuke meid en de nieuwe bus ziet er ook goed uit en ik mocht de laatste plek innemen, dus helemaal goed. Maar even later bood Jean-Francois me een lift aan en dat vind ik toch nog net iets fijner, met m’n vaste clubje rond Thierry en Yves. Loul, Patrice, zelfs het stomme hondje van Louls vrouw is er nog.

Rond lunchtijd bouwden we moeizaam op de lage zuid op, waar je ondanks alle verbeteringen (een pad, een vlonder, parapenters uit de weg op hun eigen fluwelen-met-goud-bestikte startmat en talloze streamertjes) nog altijd wegglijdt in het scherpe grint van de Chabre. Een groot verschil met vroeger is misschien niet zozeer dat er nu parapenters zijn, heel veel parapenters die onze berg, ooit exclusief voor delta’s, volledig overnemen. Maar vooral dat er zo weinig delta’s zijn. Moesten we vroeger elke mooie zomerdag met tientallen of meer dan honderd anderen vechten om een ring, nu sta je er met z’n vieren of zessen. De enige nieuwe vleugels die je ziet zijn intermediates en alle piloten zijn oude mannen.

Ik draaide met een parapenter gezellig omhoog, raakte m’n bellen steeds kwijt en besloot al snel te gaan landen op de camping. Na dertig jaar ben ik nog altijd benauwd om het landingsterrein niet te halen en tussen de huizen terecht te komen, dus ik arriveer nog altijd honderden meters te hoog. Even een bochtje boven Marts huis gemaakt en ik meende de auto te zien, geprobeerd om opnieuw hoogte te winnen maar na dik een half uur stond ik toch aan de grond. Waar heel traditioneel mijn vleugel naar de kant gedragen werd en we de ochtend afrondden met een paar rondjes, om het goed te maken dat ik niet op de camping verblijf. Daar hoorde ik dat Justin z’n elleboog aan gruzelementen had gevlogen en nu bij August zat, dus ik daarheen. August werd voor me gewekt en we maakten zo goed en kwaad als het ging een praatje. Ik had hem al jaren niet meer gezien dus hij is inmiddels flink verouderd, maar nog altijd een meneer. Ik had niet de indruk dat hij nog wist wie ik ben maar dat geeft niet, het is fijn om hem alive and kicking te zien.

Met Justin bijgepraat over dokters en schroeven en pijnstillers vooral, daarna eindelijk naar Mart die alweer bijna weg is. Hij vertelde over het conservatisme in de zweefwereld, waar ze nog niet werken met meerdere startgates en waar niemand protesteert als iemand een taak rondt door onacceptabele risico’s te nemen. Na een rondje in het meer namen we afscheid en nam ik bezit van het huis, waar ik nu even moet afwassen om te voorkomen dat mijn verblijf sporen achterlaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten