Er is een NOTAM voor de Chabre en de Beaumont, we mogen er niet vliegen omdat de blusvliegtuigen af en aan vliegen van het Lac Ser Poncet naar de brand bij Orpierres. Met een NW-voorspelling moesten we vroeg op de Longeagne zijn, waar inderdaad de windzak grotendeels iets noordelijks aanwees maar het was heel weinig. De streamertjes beneden kwamen vooral uit het oosten en af en toe zuid, en het was allemaal heel erg zwakjes. Toch sisten er een paar dusties over de berg. Vogels draaiden niet, er waren geen parapenters en op het zoemen van de insecten na was het stil. Na een uurtje zagen we wel zwevers in de verte draaien maar ook die gingen niet echt hard omhoog. Uiteindelijk besloot ik het risico op afbouwen niet te nemen en rond half een startte ik met de Fun. Meteen draaide ik goed omhoog, tot 2600 meter en daar hield het op. Richting antenne werd het wat moeizamer maar een tijd lang dacht ik toch dat de Pic de Bure vandaag misschien binnen bereik lag. Ik sprak mezelf vermanend toe om niet van nul naar Grote Ambities door te slaan en gewoon blij te zijn met een fijn vluchtje in het dal. Steph was ondertussen gestart maar kwam nauwelijks omhoog, Jacko stond al een half uur klaar en draaide af en toe z’n vleugel dus daar moest ik niet op wachten. Ik begon te steken richting aerodrome van Serres, kwam geen bel meer tegen maar zakte ook niet veel, en ergens halverwege besloot ik dat vandaag de dag was voor een landing bij Laurent en Rene in de tuin. Daarvoor moest ik wel nog een paar honderd meter kwijt en die tijd gebruikte ik om met volle teugen te genieten van het fantastische landschap, de perfecte lucht, het zalige gevoel van vliegen.
M’n landing was niet perfect maar ik stond wel een paar meter van de schaduw naast het huis. Bikini aan, duik in het zwembadje, nat inpakken. Terugliften naar Du Chevalet was daarna een eitje, alles bij elkaar stak ik maar enkele minuten m’n duim omhoog. Bij het vliegveld hadden Brian, Louise en David ondertussen een hoogwerker ingeschakeld om de onfortuinlijke trike die er al drie dagen hing uit de bomen te hengelen. Het plateau van het vliegveld loopt naar het noorden toe steil naar beneden en als je te laag je crosswindleg doet word je door de rotor gegrepen. Zoals elke paar weken wel een keer gebeurt, meestal met parapenters maar toch ook regelmatig met andere toestellen.
We zochten een lekker koud beekje op en de avond eindigde gezellig met een apero met de Swiftmannen. Tot aan een heftige discussie over het losgooien achter een sleep en misverstanden over samen slepen en tot welke hoogte enzo. Ik heb er inmiddels om precies te zijn 475 sleeps op zitten, achter dragonflies en achter trikes, in wedstrijden en recreatief, in de VS, Australie, Belgie Duitsland en Nederland, dus ik meen wel te weten hoe het doorgaans gaat.
Het was daarna lastig om te slapen. Het is erg heet en ik had misschien iets teveel rosé op en niet gegeten – het grote nadeel van apero’s die te gezellig zijn. De verhalen over deltavliegen in de jaren ’70, over de reizen naar Namibie en het uitzoeken van gemeenschappelijke kennissen waren te leuk om afscheid te nemen.
Dat lijkt heel hard op “ervan genieten” ;-)
BeantwoordenVerwijderen