Het is een
super luxe om elke dag in Forbes te kunnen slepen, maar ik zou met alleen Len,
Guy en Simon overblijven met in elk geval twee slecht-weer-dagen, en zo
langzamerhand mis ik m’n vriendjes aan de kust ook wel. Al rijdend, met
melancholieke liederen over slavernij en honger op de stereo, genoot ik weer van
het landschap en het weer en de vrijheid die ik heb. Jee wat heb ik het toch
goed. En het voelt tijdloos, het is ook de vrijheid van het hier en nu, leven
zonder agenda, zonder iets moeten. Ik begin te begrijpen waarom de hemel de
eeuwigheid is.
Bij wijze van
pauze wandelde ik door de Borenoregrotten, zoals de meeste natuurreservaten
vrij toegankelijk, uitstekend onderhouden en met hooguit drie auto’s vol bezoekers.
De grotten zelf waren niet zo spectaculair, al maakt het idee dat de Wiradyuri-aboriginals
hier duizenden en duizenden jaren hebben geleefd wel indruk. Helemaal extatisch
werd ik van de geur in het bos rond de grotten: een geparfumeerde friszoete
eucalyptuslucht. Anders dan de wierooklucht die dagelijks de start van Mount
Borah opwaaide, ook heerlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten