Fietsen, wandelen, fysio, zwemmen, peddelen en vliegen als dessert. Martin de meubelmaker vroeg of ik mee de Chabre op liep aan de noordkant. Eerst een stuk bergop fietsen met m’n vouwfietsje, dan verder over een behoorlijk steil pad. Twee uur naar boven, anderhalf terug, en ondertussen erg fijne gesprekken. Na de burgeroorlog heeft hij een paar jaar in Papoea-Nieuw Guinea gewoond om jongeren een vak te leren, en nu is ie chief van een eiland daar en heeft ie er vier petekinderen. We verbaasden ons over mensen die de hele dag voor de buis hangen, we stelden vast dat Nederlanders en Duitsers bijna identiek zijn maar wij hebben een superioriteitscomplex waar de Germs minder last van hebben, hij was met parapenten begonnen en later op delta overgestapt vanwege de mentaliteit van de piloten, en we hebben allebei een intense band met Australië.
Aansluitend deed ik m’n fysio-oefeningen en een beetje yoga op m’n board in het plan d’eau, zwom m’n rondje en toen ik naar de overkant was gepeddeld om te zien wie daar allemaal zaten realiseerde ik me dat het al tijd was voor Mison. Zo hard als ik kon peddelde ik tegen de wind in terug naar de auto, scheurde naar de camping en om zeven uur stond ik m’n Fun op te bouwen. Er stond een flinke puist wind en Gary twijfelde of ie z’n scherm uit zou pakken. Een lokale parapentepiloot legde ons uit dat de wind plotseling enorm toeneemt en dat je niet in de lucht wil zitten als het nog veel verder toeneemt, dus we moesten eerst even aanzien of het stabiliseerde. Toen hij meende dat het veilig was startte ik achter hem aan, maakte twee slagen om hoogte te winnen en pletterde met een flinke klap op m’n buik/wieltjes terug op de grond. Ik dacht dat ik kennelijk te ver naar achteren was gevlogen maar Thierry zei vanmorgen dat ik helemaal dat veld niet had mogen hebben, te rotorig. Ik wilde niet nog een keer de lucht in omdat het mij toch iets te fors was dus we haalden de voetvulling uit m’n harnas voor Gary die zeker vijf centimeter langer is dan ik en met z’n tachtig kilo knalde hij op mijn kleine Fun flink omhoog. Drie keer probeerde hij te toplanden maar het was ‘m veel en veel te ruig, dus achteraf gezien had ik het eigenlijk nog niet eens zo slecht gedaan.
Hij riep dat hij beneden zou landen en terwijl Lorenzo nog stond op te bouwen reed ik vast daarheen. Lorenzo’s bijzonder onelegante landing op hetzelfde veld beneden leverde het laatste bewijs dat ik er goed aan had gedaan om snel te landen en niet meer te herstarten.
Tegen de tijd dat we door het dorpje reden was het half tien en harstikke donker, dus we stopten voor een pizza bij de caravan daar waar een paar inwoners ons op wijn trakteerden en zeer geinteresseerd luisterde naar onze verhalen over vliegen rond Laragne. Terug op de camping was iedereen al lang naar bed maar wij stierven van de dorst en de energie en zo bleven Gary en ik tot diep in de nacht praten over de vrienden die we verloren zijn en de vrienden waarmee we prachtige dingen hebben beleefd. Het was een heel heldere nacht die moest eindigen op onze rug op het landingsterrein met een duidelijke Melkweg in beeld, de ideale omstandigheden voor goeie gesprekken. Ook een bonus van het zeilvliegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten