13 augustus 2021

Happy days



M’n spullen in orde, m’n lijf redelijk coöperatief, en eenmaal in de lucht bleek het absoluut perfect te zijn. Zache consistente bellen tot 3200 meter met handige wolkjes erboven om te weten waar je heet zoeken moet; alle grote velden vers gemaaid; bij de start wat gieren, parapenters en een enkele delta om de weg te wijzen en verder de lucht helemaal volstrekt voor mij alleen. Het was heerlijk en hoewel er makkelijk nog een paar uur en vijftig of honderd kilometer extra in had gezeten was ik heel tevreden met m’n goeie landing op goal. Ik sprong meteen in de auto om nog een potje te gaan zwemmen en eindigde met een heerlijke pizza en koud pilsje.

Inmiddels heb ik bedacht dat wij verschillende algoritmen in ons systeem hebben, ook verschillend door de tijd heen. Eerst wil je zo lang mogelijk in de lucht blijven, uren maken. Dan ga je dus helemaal nergens heen. Je parkeert in een belletje en uit angst om al je hoogte te verliezen blijf je ook veilig in de buurt van dat ene fijne belletje. Dat verandert als je afstand wil vliegen – mijn ultieme kick was altijd om goal te halen. Je maakt geen haast, melkt elke lift tot het maximum uit en stopt voor elke piep. Als je dan al goal haalt – vaak ben je te traag en is de dag gewoon voorbij voordat je er bent – arriveer je meestal heel inefficiënt op honderden meters boven de grond. Dat doet er niet toe, je neemt gewoon geen enkel uitzakrisico. De toppiloten vliegen niet om kilometers te maken maar om punten te scoren, dus het gaat hen om snelheid. Dat is een volstrekt ander spelletje dat ik nooit heb gespeeld, maar ik heb het natuurlijk wel heel veel van dichtbij meegemaakt. Voor de toppers is goal halen geen doel maar een middel, bijna een vanzelfsprekendheid. Ik kwam regelmatig op goal aan als iedereen al was ingepakt en opgehaald, dat deerde me niet, het was altijd euforie. Maar een echte topwedstrijdpiloot die niet bij de eerste tien op het veld staat schopt z’n helm het veld over. Nou ja bij wijze van spreken dan. Ze zakken wel eens uit maar dat is dan bijna een goeie grap.

Mijn algoritme nu is gericht op stressvrij genieten. Nog altijd heb ik meer pret als ik een uitdagende taak volbreng dan als ik alleen maar rond de berg blijf dobberen, maar een goeie landing geeft al een hoop voldoening. Vandaag kreeg ik het allemaal, inclusief het mooie uitzicht en het verrukkelijke gevoel opgetild te worden en de kick van wolkenflarden om je heen. Ik had zelfs een verstandige beslissing genomen (niet via Aujour en St. Genis, wat ik eigenlijk had gewild, maar via de haaienvin en Beaumont waar overal cumulus boven stond) en ik wist mezelf voor te houden dat ik er met één belletje nog niet was. Boven Serres zat ik even wat aan de lage kant, en toen ik heel langzaam weer boven de 2000, 2400, 2800 uit kwam en meer realiseerde ik me dat ik een grijns van oor tot oor op m’n smoel had. Gelukkig was er in geen velden of wegen iemand die het kon zien, er waren maar weinigen van de Chabre (zuid!) gestart en de Duitsers deden een serieuze taak via de Pic de Bure. Eentje heeft wel z’n arm gebroken bij de landing, echt sneu op zo’n perfecte dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten