12 augustus 2021

Vliegvrij



 

M’n rug was zo absurd stijf en de wind zou noord-westelijk zijn en ik verlangde erg naar m’n geliefde Plan d’eau de Riou, daarom nam ik een dag vliegvrij. Het blijft een raar gevoel als er alle gelegenheid is om te gaan vliegen en dan gewoon vrijwillig bewust te zeggen dat ik niet mee ga. Net als Antoine en René bood ik iedereen die het maar horen wilde aan om voor ze te rijden, om toch maar enig vliegnut in de dag te stoppen. Dat bleek mooi niet nodig en mijn dag werd uiteindelijk uitstekend. Eerst m’n fysio-oefeningen op m’n board op het vlakke water gevolgd door een rondje zwemmen, en net toen ik mezelf had afgedroogd meldde Jacques dat hij op Aspres was geland met z’n zelfbouw-ulm. Hij vliegt regelmatig een rondje met een groep vrienden en dan organiseren ze een lunch bij een vliegclub. Veel voormalig deltisten die nu motorzwevers, gyrocopters en allerlei soorten ulm vliegen.

Het was superleuk om Jacques weer te zien. Ik weet niet meer precies hoe en waar we elkaar voor het eerst ontmoet hebben, we kenden elkaar in ieder geval niet enorm goed. Maar om de één of andere reden vind ik ‘m harstikke tof en toen ik Conrad op Geneve op moest halen nodigde ik mezelf bij hem thuis uit en dat was een groot succes. Hij was een geweldige gastheer en pas toen werd me duidelijk hoeveel hij doet. Hij is één van de initiatiefnemers van het aerobaticsfeest boven het meer van Geneve waar tienduizenden op af komen, hij racet de Route de Rhum elke vier jaar solo met z’n catamaran, hij vliegt alles wat los en vast zit en hij organiseert veel sponsoring voor zieke kinderen. En zichzelf, want hij had eerst een  niertransplantatie en nu weer een tumor in z’n mond. Een maand eten door een slangetje in z’n neus en een operatielitteken van oor tot oor, het was ‘m niet goed bevallen. Maar hij is wel weer kankervrij en hij gaat gewoon door, onder de slogan Après c’est trop tard.

Toch mis ik Phil, zeker als ik even op de camping rondkijk of er misschien nog een verdwaalde canard rondloopt. Zo langzamerhand ben ik gewend geraakt aan m’n vaste eet- en dansmaatje hier maar vanwege corona kon hij niet komen. Daar liep ik net over te denken toen ik (zijn goeie vriend, niet de mijne) Sean trof op weg naar één of ander eiland. Sean had weer eens problemen met exen en werkgevers enzo dus nou stond ie weer op het punt om voor altijd te vertrekken. Hij bevestigde mijn beeld dat de camping volkomen omgebouwd wordt tot een normale camping, niet voor delta’s en het landingsterrein zal vroeger of later ook wel worden volgebouwd. Het staat nu al vol met campers,  niet alleen langs de rand maar ook op het veld. Er is niet alleen een zwembad maar ook een soort luier-terras. In de voormalige boomgaard staan zeker tien enorme stacaravans met al even enorme grind-parkeerplaatsen, zodat er niet één tent meer kan staan. Als de hordes kinderen ’s nachts na twaalf uur eindelijk ophouden met gillen en krijsen is er nog een paar uur geblaf en gejank van de talloze honden die niet alleen op de camping zijn toegelaten maar die af en toe ook gewoon op het landingsterrein schijten. Het restaurant is omgebouwd tot bar waar zoveel mogelijk evenementen worden georganiseerd die niks met vliegen te maken hebben. Maar goed het is allemaal schoon, de genummerde plekken zijn erg ruim en alles werkt. Het slootje wordt bijgehouden en er zijn nieuwe bomen en struiken geplant. Geen enge ganzen meer, geen kapotte tuinstoelen en niet meer uitglijden over rottend fruit.

Na een uurtje in m’n hangmat eten in het dorp met Gary en Trudy. Dat is altijd een beetje lastig want Trudy vind het niet denderend als er alsmaar over vliegen wordt gepraat, terwijl Gary en ik eigenlijk niks anders te bespreken hebben. We hebben de roddels en de politiek en de milieuvervuiling (het heet tegenwoordig ‘klimaat’ maar het gaat natuurlijk over veel meer dan dat) al in de bus gedaan en nu willen we het over ons favoriete thema hebben.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten