En dan heb je natuurlijk ook domheid eigenwijzigheid en hardleersheid. Sinds zHarry me verbood om als eerste te starten heb ik nog honderden keren niet het geduld op kunnen brengen om even te wachten tot het goed werd. Meestal omdat ik benauwd ben dat er iets op de start gebeurt tijdens het wachten, een dusty ofzo, of minstens zo erg dat de wind zodanig verandert dat ik op de start in moet pakken. Maar het slaat natuurlijk nergens op. Er zat gisteren een duidelijk zuidelijke, bijna oostelijke component in en je hoeft je pas druk te gaan maken om dusties met west. De voorspelling was zeker niet voor toenemende wind of onweer ofzo, dus ook dat was geen reden om haast te maken. Gary deed zijn uiterste best (op z’n Brits is dat: één keer melden dat het ‘mijn keuze’ is) om me tegen te houden, maar na een uur doelloos rondhangen en nadat ik Simon en Cederic omhoog had zien gaan kon ik toch geen geduld meer opbrengen. Bovendien voelde ik de vermoeidheid in m’n schouders en rug en achteraf denk ik dat dat ook een beetje motivatie wegnam. Ik startte, kon eigenlijk niks bruikbaars vinden en draaide vrij hoog al naar het vliegveld in de hoop de huisbel in de noordoostelijke hoek te vinden. Hij was er! Langzaam maar wel vrij zeker draaide ik omhoog en ik had al zo’n honderd meter teruggewonnen toen ik een ulm of een motorzwever in een grote bocht mijn richting op zag komen. Ik zat op een plek waar ik zijn mocht, ik draaide heel consistent en vrij langzaam omhoog dus mijn vliegpad was voorspelbaar, en het leek erop dat hij met een grote bocht om me heen zou doorstijgen. Maar bij een volgende 360 zag ik ‘m ineens recht op me af komen, vette propellor in m’n gezicht zowat en ik moest alle zeilen bijzetten om m’n bocht te verengen en heftig van hem weg te draaien. Hij reageerde pas toen ie m’n onderdoek zal hebben gezien, een beetje ongecoordineerde bocht naar links en zo kwamen we met de schrik vrij. Maar m’n belletje was ik kwijt en een paar minuten later stond ik met een prima landing op het veld. Waar alle overige landingen daarna echt minder goed waren, dus daar kon ik dan nog wel tevreden over zijn. Bovendien trof ik Alexandra uit Parijs waarmee ik een leuke week op Lanzarote gevolgen heb, en ene Guy die zei dat ie me nog van Dune de Pilat kende. Gezellig genoeg dus.
Ik kreeg een lift met Louis en Helene en Noel, ouwe knarren die ik meestal slecht versta maar Noel vind ik erg aardig en hij is m’n buurman. Het leverde vooral een lesje frans op en een trage recup omdat de heren nogal de tijd nodig hadden voor het inpakken. Negen uur ’s ochtends opladen, vijf uur ’s middags thuis, twaalf minuten vliegen. Uit eten met de Britten met een vet schuldgevoel omdat het gesprek natuurlijk over vliegen ging en Trudy en Claudia allebei heel stil voor zich uit zaten te kijken. Gary vertelde over z’n siv en Lorenzo is tegenwoordig verslaafd aan aerobatics met een gemotoriseerd toestel, heel spannend allemaal. Terug op de camping passeerde ik het groepje bij René met Patrick die een paar jaar geleden voor ons reed bij de Franse open. Supergezellig en het werd laat, dus ik neem weer een niet-vliegdagje. Ga ik eens de Chabre aan de noordkant opklimmen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten