25 augustus 2021

Nog even doorzetten


 


 

Nu het urenlang regent ben ik superblij met m’n paleistent. Tafel en stoel binnen en ruimte genoeg om m’n potje te koken. Met plasticbakjestoetje na, speciaal omdat het vakantie is. De wijn laat ik nog maar staan want morgen moet ik weer om kwart voor acht aantreden. Guillaume, de vriend die me geadviseerd heeft om naar deze school te gaan, was bang dat ik zou stoppen. Ik ben inderdaad snel gefrustreerd, ik heb geen talent voor motorische dingen, en ik vind schermvliegen nog altijd best eng maar ik ben in ieder geval geen giver-upper, zoals een andere vriend ooit grapte. Ik stop nooit. Ik geef niet gauw op. Tenminste niet dit soort dingen, wel puzzels en daar heb je er ook erg veel van als je wil schermvliegen. Tjonge wat zijn er veel touwtjes en wat is het lastig om te zien hoe je moet draaien om ze netjes opgelijnd te krijgen. Maar goed ik stop eerder te laat dan te snel, al helemaal als het om fysieke inspanning gaat. Vanmorgen oefenden we op een smal hellinkje met nauwelijks wind en het ging een stuk beter dan gisteren. Toen we eigenlijk al moesten inpakken vanwege naderend onweer mocht ik van Romain nog één allerlaatste poging doen, en die ging best aardig. De middagpauze was kort, om drie uur kregen we meteo. Niks nieuws maar goed als opfrisser, al helemaal omdat ik nooit geweten heb dat de Fransen voor een hoog een A van anticyclone gebruiken. Toch handig om te weten.

Woensdag 25 augustus

Vanmorgen een tandemvlucht met alles erop en eraan waarom ik überhaupt zou willen schermvliegen. ’s Ochtends vroeg, er ligt nog een dikke nevel in de dalen, stilte. We moeten drie kwartier klimmen naar de start, in de verte zien we de noordkant van Mont Ventoux. Eenmaal gestart draaien we direct in langs een lange rechte rotswand en zodra we een stukje boven starthoogte zitten moet ik het verder doen. Romain duwt en trekt aan m’n armen om me te laten voelen wat ik anders moet doen. Geweldige vlucht, ook al zitten ook al m’n angsten erin. Ik doe precies het verkeerde als ik gestresst raak. En ik vind landen doodeng. Misschien ietsje minder eng dan met een delta maar ik wil ook nu veel te hoog vast aan m’n final beginnen, om maar zeker te zijn dat ik geen laatste bochtjes meer hoef te doen. Wat natuurlijk altijd eindigt in een dreigende overshoot en dus wel degelijk bochtjes en gewiebel.

Meteen aansluitend doen we nog een paar grondoefeningen en dat gaat, ondanks de rugwind, wel ietsje beter. Al voel ik nog steeds niet goed wat ik nou eigenlijk doe en ik raak weer gefrustreerd als blijkt dat ik precies het andersomme doe dan wat ik meende te doen. Zodra ik stress heb merk ik dat er een hoop procestijd verloren gaat in m’n hoofd: vertalen wat er tegen me wordt gezegd; het commando vertalen naar een fysieke actie; de fysieke inputs vertalen naar besef wat er nou eigenlijk gebeurt en hoe ik dus moet reageren. Zoals altijd weer tegen me gezegd wordt: ik zou moeten stoppen te denken. Best grappig eigenlijk dat ik nu net het boek van Hannah Arendt aan het lezen ben over denken en willen.

Als de lucht rustig blijft doen we vanavond onze eerste echte vluchtjes. Gek genoeg ben ik nu zenuwachtiger dan de eerste keer, toen ik vooral gefixeerd was op m’n start. Ik heb vanmorgen gemerkt dat ook het vliegen toch echt niet helemaal vanzelf gaat, en dat landen dus. Gelukkig zijn ook deze instructeurs harstikke goed. Ze hebben hier in Frankrijk minstens twee jaar opleiding gehad en een behoorlijk geavanceerde infrastructuur vanuit de FFVL voor vliegscholen. Aan hen zal het niet liggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten